Karen Elizabeth Waugh

Karen Waugh (8-3-1963) groeide op in Hessle East Yorkshire. Tijdens haar middelbare schooltijd begon ze zich te interesseren in de archeologie en nam in de zomer deel aan de opgravingen van prof. B. Cunliffe in Danebury en Bath. Zij studeerde archeologie in Durham en specialiseerde zich in de Romeinse archeologie onder prof. Martin Millet, die later ook haar promotieonderzoek begeleidde. Na haar afstuderen verhuisde ze naar London werkte op verschillende opgravingen van de archeologische afdeling van het Museum of London en behaalde een uitgeversdiploma. In de tweede helft van de jaren ’80 raakte zij actief betrokken bij de archeologische lobbygroep Rescue, die zich inzette voor een betere wettelijke basis en financiering van archeologisch onderzoek. Tussen 1986 en 1988 was zij eindredacteur van Rescue News. In 1987 begon zij aan haar promotieonderzoek en werkte en studeerde twee jaar aan de Friedrich Wilhelm Universiteit in Bonn (Dld.) Haar proefschrift over de interactie tussen Romeinen en Germanen op de rechter oever van de Rijn, onder de titel The native settlement of the Limesvorland of Southern Germania inferior / secunda verscheen in 1999. Eind 1988 keerde ze terug naar Londen en werkte als Romeins aardwerk specialist voor het Museum of London en Hertfordhire Archaeological Trust.

In 1993 trouwde ze met Wilfried Hessing en verhuisde naar Nederland. Daar werkte ze eerst als Romeins onderzoeker voor de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek aan de uitwerking van het Romeinse grafveld in Valkenburg en als Engelse vertaler en redacteur van tijdschriften als de Berichten ROB en Archaeological Dialogues. In 1995 trad zij toe tot het archeologisch team van de Betuweroute, waar zij tot 1999 als contractmanager en plaatsvervangend projectleider archeologie zou blijven. In dat jaar maakte ze de overstap naar de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL) en was daar projectleider archeologie tot 2001.

In 2000 richtte ze samen met Wilfried Hessing Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie op, een van de eerste gespecialiseerde private archeologische advies- en onderzoeksbureaus. Naast haar werk als directeur/eigenaar, ging ze vanuit Vestigia verder met het coördineren van grote archeologische projecten op het snijvlak van onderzoek en nieuwbouw. De Hanzelijn (2001-2010) was daarbij het eerste grootschalige infrastructurele project dat zowel qua projectorganisatie als uitvoering door middel aanbestedingen vanuit ProRail was opgezet. Andere grote archeologische projecten onder haar leiding waren onder andere de Verbreding A2 (Vianen -Deil) en de aanleg van de Markerwadden.

Buiten de zorg voor haar drie opgroeiende kinderen en haar directie- en consultancytaken, bleef Karen zich in deze jaren onafgebroken inzetten voor haar twee andere professionele passies, Romeinse aardwerkstudies en de internationale samenwerking tussen archeologen. Ze was lang een actief lid van de Roman Pottery Research Group, nam in de jaren ’90 deel aan het Europese PLANARCH project en vanuit Vestigia aan het Project Discovering the Archaeologists of Europe gefinancierd door de EU en gericht op het in kaart brengen van het archeologiebestel in het Post Malta-tijdperk. Geleidelijk werd haar betrokkenheid bij de Europese Associatie van Archeologen (EAA) steeds groter, had zitting in verschillende commissies en werkgroepen en werd in 2017 gekozen tot Algemeen Secretaris en lid van het dagelijks bestuur. Tot haar plotselinge overlijden in juli 2019 werkte zij onafgebroken aan het verder professionaliseren en versterken van deze organisatie.